Naar de begraafplaats

Na het ontbijten en de tassen vullen met drinken en fruit, zit mijn eerste zorgtaak er doordeweeks al weer op. De jongens dragen vandaag hun steentje bij. Ze laten de hond uit, dekken de tafel, bakken een eitje. Deze dag begint ongedwongen en fijn. Ik geniet daar van.

Waar ik eerder de jongens naar school bracht, willen ze nu allemaal zelfstandig op weg. Vanmorgen mag ik meefietsen met de jongste. De begraafplaats waar Koos zijn graf is ligt direct tegenover de school. We fietsen samen op en voor school scheiden onze wegen. Wil je even mee naar het graf? probeer ik nog, maar hoofdschuddend verzekert hij mij dat hij mij binnenkort weer eens vergezeld. Nu niet.

De laatste keer dat de jongens met mij mee gingen naar het graf leek het vooral als een sympathiek gebaar richting mij. We gingen ter gelegenheid van onze 13-jarige trouwdag wat plantjes planten op de sobere strook aarde. De gedenksteen komt op een later moment en vergt nog de nodige voorbereidingen. Nu de prachtige bloemenzee die na de begrafenis het graf opfleurde verdord was wilden we weer wat toevoegen. De jongens werkten hard mee, in een mum van tijd waren we klaar. Vervolgens stonden ze er ongeduldig bij. Het mondde uit in een stoei- en vechtpartij, waarbij het grind door de lucht vloog. Vervolgens riep de oudste hard dat een beetje rust wel fijn is op een begraafplaats. Hét moment om weer naar huis te gaan.

Vanochtend ben ik alleen bij het graf. Om mij heen is er een serene rust. Ik vind het fijn om op de begraafplaats te zijn. Het geeft een vreemd maar fijn soort verbonden gevoel met de dood. En terwijl ik voor Koos zijn graf sta, denk ik: God, wat mij betreft kunt u terugkomen. Ik ben er klaar voor. Stel je voor, wat zou het een verrassing zijn als Koos opstaat uit zijn graf en ik zo voor zijn neus sta. Met een nieuw lichaam natuurlijk, want het oude zal inmiddels al redelijk ontbonden zijn. Het doet mij lachen als ik aan zijn vrolijke, verbaasde blik denk. Voor zijn sterven is Koos in slaap gebracht. Een van de laatste dingen die hij zei was: Oh, is het nu al zover? Ik zie zo voor me dat Koos die zin ook zou gebruiken als hij ons weer zou zien: Oh, is het nu al zover? Wanneer die tijd komt weet ik niet. Maar dát de tijd komt dat we elkaar weerzien, is een troostrijke zekerheid /////